Sinds 1 januari 2021 gelden nieuwe belastingregels rond inkomen en pensioen. Over het algemeen gaan Nederlanders er op vooruit. Wat gaan gepensioneerden betalen?
Per 1 januari 2021 gelden voor gepensioneerden die ook al hun AOW ontvangen, nog steeds drie belastingschijven. De belasting over het inkomen tot en met € 35.129 is 19,20%. Over het inkomen tussen € 35.129 en € 68.507 betaalt u 37,10% en over het inkomen hoger dan € 68.507 blijft het 49,50%. Uitzondering: bent u geboren vóór 1946 dan ligt de grens tussen de eerste en de tweede schijf op € 35.941 in plaats van € 35.129.
Bent u met pensioen maar ontvangt u nog géén AOW, dan is de eerste schijf met laag tarief niet van toepassing. U betaalt 37,10% belasting tot en met € 68.507 en daarboven 49,50%.
Bijzonder jaar: als u voor het eerst AOW krijgt
U betaalt minder belasting vanaf de maand waarin u de AOW-leeftijd bereikt. De uitkerende instantie of de werkgever houdt dan namelijk geen AOW-premie meer in. In het jaar dat u de AOW-leeftijd bereikt, geldt daarom een aangepast belastingtarief. De maand waarin u de AOW-leeftijd bereikt, bepaalt de hoogte van het belastingtarief. Dit aangepaste tarief geldt over het totale inkomen in dit jaar. De aangepaste tarieven staan op de website van de Belastingdienst.
Heffingskorting – laat het toepassen op uw hoogste uitkering
Over één van uw pensioenuitkeringen hoeft u minder belasting te betalen. U krijgt ‘heffingskorting’. Krijgt u pensioen van verschillende pensioenuitvoerders, dan kunt u die heffingskorting het beste laten gelden voor de hoogste uitkering. De andere pensioenuitvoerders moet u laten weten dat zij geen heffingskorting voor u moeten toepassen, anders moet u dat bij de belastingopgave weer terug gaan betalen.
Voor meer informatie over belasting kunt u kijken op de website van de belastingdienst: www.belastingdienst.nl. Voor de belastingen in België verwijzen wij u graag door naar de website van de Federale Overheidsdienst Financiën: www.financien.belgium.be/nl.