19.06.2019 • Op 5 juni hebben kabinet, werkgevers en vakbonden nieuwe afspraken gemaakt voor een toekomstbestendiger pensioenstelsel.
Uit onze poll van vorige keer is naar voren gekomen dat ongeveer twee derde van de lezers zich zorgen maakt over het nieuwe pensioenstelsel en hiervan graag op de hoogte wordt gehouden. Daarom snijden we dit onderwerp hier graag weer aan.
Er ligt nu een principe-akkoord waar de vakbonden FNV en CNV mee hebben ingestemd. De komende tijd moet nog veel worden onderzocht en omgezet worden naar wet- en regelgeving voor de verdere uitwerking van het pensioenakkoord. Het kabinet heeft de ambitie om per 2022 het nieuwe pensioenstelsel in te voeren.
De hoofdlijnen van het principe-akkoord
Wij hebben u vorige keer geïnformeerd over de hoofdlijnen van een nieuw pensioenstelsel. Omdat deze niet allemaal hetzelfde zijn gebleven, willen we u graag informeren over de laatste stand van zaken.
- Flexibel pensioen: In het nieuwe pensioencontract wordt de hoogte van de ingelegde premie vastgelegd in plaats van de pensioenuitkering. De pensioenuitkering wordt dan flexibel en beweegt mee met de rente en de beleggingen. In goede tijden worden de pensioenen eerder verhoogd, terwijl in mindere tijden de pensioenen worden verlaagd.
- Individueel pensioenpotje: Voor iedereen wordt voortaan dezelfde premie ingelegd, zonder te kijken naar leeftijd. Voor iemand die ouder is, levert die premie minder pensioenopbouw op dan voor wie de inleg nog lang kan laten doorgroeien. In het oude systeem werd door de werkgever of deelnemers voor ouderen meer ingelegd dan voor jongeren, zodat iedereen per jaar evenveel pensioen opbouwde (de ‘doorsneesystematiek’).
- Zware beroepen: Een belangrijk punt uit het nieuwe pensioenakkoord is de discussie rondom werknemers die vanwege zware arbeid niet kunnen doorwerken tot aan hun pensioenleeftijd. In het nieuwe akkoord wordt het aantrekkelijker om tot drie jaar voor de AOW-leeftijd te stoppen met werken.
- Minder snelle stijging AOW-leeftijd: De AOW-leeftijd blijft tot 2022 gelijk aan 66 jaar en 4 maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd in twee jaar naar 67 in 2024. Vanaf 2024 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting in Nederland. Als die met een jaar stijgt, gaat de AOW-leeftijd met 8 maanden omhoog. Volgens de bestaande afspraken zou de AOW-leeftijd in 2021 al op 67 jaar zitten en in 2022 op 67 jaar en 3 maanden.
- Eenmalige opname bij pensionering: het wordt mogelijk om 10% van het opgebouwde pensioen in één keer uit te laten keren op het moment van pensionering.
Op dit moment is het spannend rond het pensioenakkoord. De ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op. Pensioenfonds Yara kan op dit moment ook nog niet concreet aan de slag met de nieuwe regels. We zullen u via de website op de hoogte blijven houden.