We houden u regelmatig op de hoogte over de vorderingen van het nieuwe pensioenstelsel. In mei is bekend geworden dat de invoering een jaar wordt uitgesteld.

De ingangsdatum van de wetgeving wordt uitgesteld van 1 januari 2022 naar 1 januari 2023. Daarmee verschuift ook de uiterste datum dat pensioenfondsen over moeten zijn gestapt, van 1 januari 2026 naar 1 januari 2027.

De reden van het uitstel is dat er een grote hoeveelheid reacties is gekomen op de voorgestelde wetgeving die eind december is gepubliceerd. Om die allemaal goed te kunnen beoordelen en verwerken is de oude planning te ambitieus gebleken. Minister Koolmees gaat nu de wetsvoorstellen niet eerder dan begin 2022 aan de Tweede Kamer opsturen, inclusief regels voor een nieuwe aanpak voor het nabestaandenpensioen.

Hoe bereiden we ons voor?
Het uitstel geeft het bestuur van Pensioenfonds Yara en de andere partijen meer tijd om zich voor te bereiden. Inmiddels is het bestuur een planning aan het maken en wordt contact gezocht met onder andere sociale partners, de werkgever en het verantwoordingsorgaan om de projectorganisatie te bepalen. Iedere partij heeft weer verschillende verantwoordelijkheden en rechten om te beslissen. Er moeten belangrijke beslissingen worden genomen, zoals het al dan niet overzetten van de bestaande pensioenen naar het nieuwe pensioen. Maar zo ver zijn we nog lang niet. We zitten nu nog in de fase van verkennen en overzicht creëren.

Hulp voor pensioenfondsen
Deze zomer komen de Stichting van de Arbeid, het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie met een informatieplatform dat komende jaren een behulpzame handleiding gaat bieden voor een soepele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Geen overbodige luxe, want het is voor pensioenfondsen een zeer ingrijpend en ingewikkeld traject.

AOW bij 45 dienstjaren
In het pensioenakkoord werd ook een onderzoek afgesproken naar het invoeren van AOW-ingang bij 45 dienstjaren, ook al heb je je AOW-leeftijd dan nog niet bereikt. Het is onderzocht, maar het Kabinet is er nog niet uitgekomen. Het zou tot 2038 om 150.000 mensen gaan en veel geld kosten. Bovendien kan het bewijzen van die 45 jaar een probleem zijn en is het voor vrouwen en migranten lastig om aan het aantal dienstjaren in Nederland te komen. Het kabinet wil nu in overleg gaan met sociale partners om tot een betere oplossing te komen.