We kunnen alleen de pensioenen verhogen met een toeslag, als we voldoende vermogen hebben om de pensioenen nu en straks uit te kunnen betalen. Dat bepaalden we tot 2015 met een speciale dekkingsgraad voor het berekenen van de toeslag: de toeslagdekkingsgraad. Op 31 december 2014 was de toeslagdekkingsgraad 108,1%, voldoende voor een gedeeltelijke toeslag. Dat betekent dat we de pensioenen met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 als volgt verhogen:

• Opgebouwde pensioenen van werknemers: 0,79%
• Opgebouwde premievrije pensioenen: 0,33%
• Ingegane pensioenuitkeringen: 0,33% (nabetaling 1e helft 2015 is onderdeel van de uitbetaling in juli 2015)

Nieuwe regels toeslagen
Voorheen mochten we de pensioenen verhogen vanaf een minimale dekkingsgraad van 105%. Vanaf 2015 mag dat pas als de beleidsdekkingsgraad¹ die voor de toeslagbepaling gebruik wordt, 110% of hoger is. Volledige toeslag is pas in beeld bij een ‘toeslagbeleidsdekkingsgraad’ hoger dan ongeveer 130%. Volgend jaar bepalen we de verhoging voor het eerst met deze nieuwe regels. Het is de bedoeling dat de pensioenregelingen hierdoor toekomstbestendiger worden.

Verplichting bijstorten werkgever Yara veranderd:
Werkgever Yara stort in financieel zware tijden een extra bijdrage in het pensioenfonds. De afspraken over deze verplichting tot bijstorten zijn veranderd vanaf 2015. Werkgever Yara stort in de toekomst minder bij in één keer, maar wel voor een langere periode. Yara stort bij als de toeslagbeleidsdekkingsgraad 5%-punt of meer onder het vereist eigen vermogen ligt.

Terugstorten van een overschot naar werkgever Yara gebeurt minder snel. Dit mag pas nadat de volledige toeslag over dat jaar is verleend en ook alle inhaalindexatie is verleend over de afgelopen 10 jaar. Ook de inhaalindexaties voor 2000 en 2001 moeten verleend zijn, voordat werkgever Yara een overschot krijgt.

^{1. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de actuele dekkingsgraden van de afgelopen twaalf maanden↩}