Het is niet zo bekend, maar u kunt uw vroegpensioen al laten ingaan terwijl u nog werkt. Bijvoorbeeld om zonder terugval van inkomen wat minder uren te draaien.
Wie vroegpensioen heeft opgebouwd, kan dat tussen zijn 60ste en 65ste laten uitkeren. Ook terwijl het dienstverband gewoon nog doorloopt. Daarmee gaat het totale inkomen omhoog. Dat kan bijvoorbeeld ruimte geven om het de laatste periode tot pensionering rustiger aan te doen. Uw vroegpensioen moet echter uiterlijk op uw 64ste verjaardag zijn ingegaan. Daarna kan het niet meer voor uw 65ste worden uitgekeerd en wordt het vroegpensioen “uitgesmeerd” over uw levenslange ouderdomspensioen.
Pensioenopbouw loopt door
Uw pensioenopbouw loopt door zolang u in dienst blijft. Zo kunt u dus het levenslange ouderdomspensioen dat u krijgt bij volledige pensionering, nog een stukje verder laten groeien. Gaat u hierbij minder werken, dan wordt uw opbouw vanaf die datum wel aangepast aan het nieuwe aantal werkuren. In dat geval gaat u dan dus in die laatste periode minder pensioen opbouwen.
Wanneer u het vroegpensioen laat uitkeren terwijl uw dienstverband gewoon door blijft lopen, heeft dat geen nadelige invloed op het pensioen dat wordt uitgekeerd aan uw partner als u tijdens uw dienstverband zou overlijden. Gaat u hierbij minder werken, dan gaat u minder pensioen opbouwen en wordt het nabestaandenpensioen dus wel lager.
Nabestaandenpensioen en vroegpensioen
Ook goed om te weten: in het vroegpensioen zelf zit géén nabestaandenpensioen meeverzekerd. Of u uw vroegpensioen al opneemt voor uw 65ste of uitsmeert na uw 65ste, dat maakt voor de hoogte van uw eventuele nabestaandenpensioen dus niets uit.
Interesse in deze mogelijkheid?
Laat u dan verder informeren door Ronald Wondergem.